Kort geding
Een kort geding wordt ook wel een voorlopige voorziening genoemd. Het gaat om een procedure waarbij het doel is om van de rechter een voorlopige beslissing te krijgen. Het gaat dus niet om een definitieve beslissing, maar in de meeste gevallen zal de beslissing wel als zodanig worden beschouwd door de deelnemende partijen. Het is niet mogelijk om zomaar een kort geding te starten. Hiervoor is het nodig om een zogenaamd spoedeisend belang te hebben. Dit betekent dat het in de betreffende situatie redelijkerwijs niet mogelijk is om een gewone procedure af te wachten. Dit kan het geval zijn wanneer de werkgever bijvoorbeeld geen salaris meer aan een werknemer betaalt, terwijl de werknemer van mening is dat hier wel recht op bestaat. De werknemer kan niet te lang zonder salaris en dus is er sprake van een spoedeisend belang.
De eerste fase van een kort geding
Wanneer er een kort geding wordt gestart, dan moet er in eerste instantie een document worden opgesteld. Dit is de dagvaarding, waarmee de tweede partij wordt opgeroepen om te verschijnen tijdens de zitting voor de rechter. In de meeste gevallen wordt dit document door een jurist of een advocaat opgesteld. In de meest spoedeisende situaties zal de zitting al binnen enkele dagen plaatsvinden en de wat minder spoedeisende zaken vinden in de meeste gevallen plaats binnen enkele weken. In de dagvaarding wordt omschreven wat de eis van de tegenpartij is en hier wordt de nodige uitleg aan gegeven.
De mondeling behandeling van de zaak
De volgende stap is de mondelinge behandeling, welke ook wel wordt aangeduid als de zitting. Tijdens deze zitting hebben beide partijen de mogelijkheid om argumenten te geven en uitleg te geven aan de standpunten. De rechter kan hierbij ook enkele vragen aan de partijen stellen. Als de rechter voldoende informatie heeft, dan zal deze de zitting sluiten en aangeven wanneer de partijen een uitspraak mogen verwachten. Afhankelijk van de zaak duurt dit ook weer enkele dagen tot enkele weken. Deze wordt door de partijen of de juridisch adviseurs van de partijen ontvangen.
Het gaat om een voorlopig oordeel van de rechter
Bij een kort geding neemt de rechter geen definitief besluit. Wanneer u de uitspraak krijgt, dan gaan het om een zogenaamd voorlopig oordeel. In de meeste gevallen is het zo dat de partijen zich neerleggen bij dit voorlopige oordeel. Dit heeft te maken met het feit dat de kans over het algemeen klein is dat de uitspraak anders zal zijn wanneer er een uitgebreidere procedure van gemaakt wordt. Dit zou dan ook enkel meer tijd en geld kosten.
Een bodemprocedure starten
Het kan natuurlijk zijn dat één van beide partijen zich niet neer kan leggen bij het voorlopige oordeel van de rechter bij het kort geding. Het is dan niet verplicht om dit wel te doen. Het is mogelijk om alsnog te kiezen voor een uitgebreidere procedure. Deze uitgebreidere procedure wordt ook wel de bodemprocedure genoemd. In de praktijk komt het inderdaad weinig voor dat een rechter bij een dergelijke procedure tot een andere uitspraak komt, maar dit betekent niet dat het niet mogelijk is. Wanneer een partij ervan overtuigd is dat de uitspraak anders zal zijn bij een uitgebreidere procedure, dan kan deze dus kiezen voor een bodemprocedure.
Een hoger beroep instellen
Het is ook mogelijk om een hoger beroep in te stellen na het ontvangen van de uitspraak van het kort geding. De uitspraak, ook wel het vonnis, wordt aan beide partijen verzonden. Vanaf die datum begint de tijd te lopen. De partijen hebben dan vier weken de tijd om een hoger beroep in te stellen.
Heeft u een juridisch adviseur nodig?
Heeft u behoefte aan de ondersteuning of het gedegen advies van een juridisch specialist? Dan kunt u uiteraard bij ons terecht. Wij staan graag voor u klaar. U kunt geheel vrijblijvend contact met ons opnemen.