Hoger beroep
Het is mogelijk om een hoger beroep in te stellen wanneer u het niet eens bent met de ontslagbeslissing van de kantonrechter of van het UWV. De uitkomst van een ontslagprocedure is in alle gevallen een teleurstelling voor één van de twee partijen. In veel gevallen zal deze partij zich toch neerleggen bij de beslissing van de kantonrechter of het UWV, maar dit hoeft niet. Het is mogelijk om tegen deze beslissing in verweer te gaan en dit betekent dat er een hoger beroep kan worden ingesteld. Hierdoor zal het ontslagbesluit nog eens worden getoetst door een hogere rechter.
De kantonrechter en het UWV Werkbedrijf
U kunt een hoger beroep instellen wanneer u het niet eens bent met het ontslagbesluit dat is genomen. Dit besluit kan zijn genomen door de kantonrechter of door het UWV Werkbedrijf. In beide gevallen is een hoger beroep mogelijk. Het verloop hiervan is afhankelijk van de partij die de beslissing heeft gemaakt.
Als de kantonrechter de beslissing genomen heeft
Wanneer het gaat om een ontslagbesluit dat afkomstig is van de kantonrechter, dan wordt het gerechtshof aangesproken om een hoger beroep in te stellen. De kantonrechter heeft het ontslagbesluit, ook wel de beschikking genoemd, aan de betreffende partijen laten weten. Vanaf deze datum gaat de tijd in om een hoger beroep te mogen instellen. Dit moet binnen drie maanden na deze datum gebeuren. Het gerechtshof zal beoordelen of de kantonrechter juist besloten heeft. Wanner het gerechtshof van mening is dat de arbeidsovereenkomst ten onrechte is ontbonden door de kantonrechter, dan zijn er twee mogelijkheden. Het gerechtshof kan besluiten om de werknemer een bepaalde vergoeding toe te kennen of om de werkgever op te leggen de arbeidsovereenkomst te herstellen. In dit laatste geval zal de werknemer moeten overwegen of dit wenselijk is. De kans is uiteraard aanwezig dat de werksfeer niet aangenaam is. De kantonrechter beslist of er een billijke vergoeding moet worden gegeven of dat het arbeidscontract moet worden hersteld.
Als het UWV Werkbedrijf de beslissing genomen heeft
Wanneer er sprake is van een bedrijfseconomisch ontslag of een ontslag tijdens langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaren) van de werknemer, dan heeft het UWV Werkbedrijf het ontslagbesluit genomen. Het UWV Werkbedrijf kan hebben besloten dat de werkgever de werknemer niet mag ontslaan. In dit geval mag de werkgever de zaak voorleggen aan de kantonrechter om dit besluit aan te vechten. Het UWV Werkbedrijf kan ook hebben besloten dat de werknemer wel ontslag mag krijgen. In dit geval is het de werknemer die naar de kantonrechter kan om in verweer te gaan tegen deze beslissing.
Een billijke vergoeding?
In beide gevallen geldt dat er twee opties zijn wanneer de rechter in hoger beroep van mening is dat de arbeidsovereenkomst ten onrechte is ontbonden. Er kan worden besloten dat de betreffende overeenkomst moet worden hersteld en er kan worden besloten dat er een zogenaamde billijke vergoeding moet worden betaald door de werkgever aan de werknemer. Een billijke vergoeding kan een ontslagvergoeding, of transitievergoeding, zijn. Het kan ook gaan om een extra vergoeding die bovenop de ontslagvergoeding komt. De rechter zal uiteraard bekijken in hoeverre kan worden verwacht dat de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk hersteld kan worden. Het kan zo zijn dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om de arbeidsovereenkomst te herstellen. Wanneer dit het geval is, dan zal er worden besloten tot het betalen van een billijke vergoeding. Deze zal door de rechter worden vastgesteld.
Juridische ondersteuning nodig?
Heeft u behoefte aan de ondersteuning van een juridisch adviseur? U kunt altijd contact met ons opnemen. Wij staan graag voor u klaar.